Crashinfo_T4279_Wagenpad
ubersetzen

Crash-informatie T4279 Wagenpad

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn meer dan 40 verschillende bommenwerpers en jachtvliegtuigen neergestort binnen het grondgebied van gemeente Hollands Kroon. Ook in het IJsselmeer en de Waddenzee zijn vliegtuigen neergekomen. Enkele bemanningsleden bereikten met hun parachute de grond en werden óf opgepakt óf konden vluchten met hulp van het Verzet. De meesten van hen kwamen echter om het leven en keerden niet terug naar familie en geliefden.

Informatie over de herdenkingspaal 

Deze herdenkingspaal is onthuld op 14 september 2019

Locatie van de herdenkingspaal

Whitley T4279 

Informatie over de  crash

Op 12 juni 1941 was de Whitley bommenwerper om 23.12 uur opgestegen vanaf het vliegveld Topcliffe in Engeland. Vanuit Engeland stegen deze avond 227 bommenwerpers op met diverse missies boven Duitsland. De Whitley had als doel het rangeerterrein van de Duitse stad Schwerte.

 

De bommenwerper stortte neer om 01.10 uur onderweg naar Schwerte. Een ooggetuige meldde dat hij tijdens zijn patrouille getuige was van het neerschieten door de nachtjager van Flugzeugfuhrer Oberleutnant Egmont Prinz zur Lippe-Weissenfeld. Het vliegtuig vloog brandend verder, voordat het in meerdere delen naar beneden kwam vlakbij het Wagenpad. Alle bemanningsleden kwamen hierbij om het leven.

 

De bemanning

Donald Keith McFarland

Sergeant

Piloot

26 jaar

Verenigd Koninkrijk

Kenneth Rowland Wainwright

Sergeant

Tweede Piloot

21 jaar

Canada

Geoffrey Vivian Heslop

Pilot Officer

Waarnemer

22 jaar

Verenigd Koninkrijk

Lawrence Stanley Dyer

Sergeant

Radiotelegrafist

20 jaar

Verenigd Koninkrijk

Douglas Howard John Pingel

Sergeant

Schutter

18 jaar

Verenigd Koninkrijk

Foto's van de onthulling

Verslagen en persberichten

De officiele onthulling van onze eerste herdenkingspaal is een feit


Op de plek waarbij in 1941 de bemanning van een Engelse Whitley-bommenwerper om het leven kwam, is op 14 september 2019 het eerste monument geplaatst van de stichting Herdenkingspalen Hollands Kroon. Er moeten er uiteindelijk veertig palen komen die de verhalen van al de omgekomen mannen levend houden. NH Nieuws deed uitgebreid verslag van deze gebeurtenis

Het hele verhaal

Op 13 juni 1941 om 01.15 uur stortten brokstukken van een Engelse bommenwerper neer aan het Wagenpad in de Wieringermeerpolder. Dat is nu al meer dan 75 jaar geleden. In samenwerking met het Historisch Genootschap Wieringermeer en ooggetuigen, hebben wij getracht te reconstrueren wat er die nacht is gebeurd. De wrakstukken kwamen van een Whitley bommenwerper, met vijf bemanningsleden die allen sneuvelden. Deze bemanning behoorde tot het 77 squadron en was ‘s avonds op 12 juni om 23.12 uur opgestegen van de vliegtuigbasis Topcliffe (Yorkshire Engeland)

.

In de nacht van 12 op 13 juni was het doel voor de Whitley bommenwerper het rangeerterrein van het spoorwegstation van de Duitse stad Schwerte. In totaal waren er die avond 227 bommenwerpers van diverse typen opgestegen in Engeland om verschillende locaties in Duitsland te bombarderen. Ook die nacht waren naast Schwerte, de Duitse steden Hamm, Osnabrück, Soest en Hüls het doelwit. Het 77 squadron verloor alleen al in 1941 tijdens missies en door ongelukken 36 bommenwerpers. Er kwamen in dat jaar 112 bemanningsleden om en 29 werden er gevangengenomen.


De Whitley en zijn complete bemanning hebben Schwerte nooit gehaald. Boven de Wieringermeer werden ze neergeschoten door een Duitse nachtjager. Omdat de bommenwerper nog op de heenweg was, volgeladen met brandstof en brandbommen, is het vliegtuig waarschijnlijk, nadat het was geraakt, in de lucht ontploft. De bemanning had geen tijd meer om zich met de parachute te redden. De wrakstukken en de bemanningsleden kwamen verspreid over een groot gebied op de grond terecht. De Duitse nachtjager van 4./NJG 1 (Duitse benaming voor een squadron) werd bestuurd door Flugzeugfuhrer Oberleutnant Egmont Prinz zur Lippe-Weissenfeld.


De bemanning
De Whitley bemanning bestond uit 5 personen, die onder leiding stonden van de piloot Sergeant Donald Keith McFarland. Donald was 26 jaar oud en geboren in Dublin. Opmerkelijk omdat Ierland niet in oorlog was. Zijn ouders verhuisden voor de WWII naar Wormit (Schotland).
De 2e piloot Sergeant Kenneth Rowland Wainwright was 21 jaar jong en kwam uit Toronto, Canada.
De waarnemer / bomrichter P/O Geoffrey Vivian Heslop was 22 jaar jong. Hij was de zoon van Gerald E. Heslop, een handelaar in steenkolen uit Cardiff (Wales).
Wireless operator en mitrailleur schutter Sergeant Lawrence Stanley Dyer, 20 jaar jong. Zijn ouders waren Trevor Dyer en Amy James.
Daarnaast was er de mitrailleur schutter Sergeant Douglas Howard John Pingel, leeftijd 18 jaar.

De complete bemanning werd begraven door de bezetter op de begraafplaats van Huisduinen. Na de oorlog heeft de Nederlandse overheid de graven verplaatst naar een verzamelbegraafplaats bij Bergen op Zoom. Daar ligt de Whitley bemanning samen met 1296 omgekomen Geallieerde soldaten begraven.

De piloot Donald McFarland heeft 10 missies gevlogen, maar niet altijd met dezelfde samenstelling van de bemanning. Geoffrey Heslop heeft een opleiding gevolgd tot bomrichter. Hij heeft meerdere missies gevlogen met een andere piloot genaamd Mills, maar de laatste twee missies vloog Heslop samen met McFarland.


De Whitley bommenwerper

De tweemotorige bommenwerper was het type Armstrong Whitworth Whitley MK. V- code KN-F (serie nr. T4279). De Whitley was uitgerust met 2 Rolls Royce propeller motoren en kon een snelheid halen van maximaal 357 km/uur. Volgeladen woog de bommenwerper 14.400 kg en kon maximaal 2.000 kg aan bommenlast meenemen over een afstand van 1000 km. De vliegtuig cabine was slecht verwarmd, waardoor de bemanning relatief laag vloog op circa 3500 meter, om bevriezingsverschijnselen te voorkomen. Ter verdediging was de Whitley uitgerust met 4 mitrailleurs van 7.7 mm.


Proces-verbaal Gemeente Medemblik en rapport Luchtbeschermingsdienst Wieringermeer

In het gemeentearchief van de Wieringermeer, opgeslagen in het Regionaal Archief in Alkmaar, ligt een rapport van de ‘Van den Luchtbeschermingsdienst Wieringermeer’ geschreven door de Gemeente veldwachter, de heer Haarsma. Het rapport vermeldt, dat hij om 01.15 uur tijdens een patrouille, mede ooggetuige was van het neerschieten; naar later bleek door Flugzeugfuhrer Oberleutnant Egmont Prinz zur Lippe-Weissenfeld. Het vliegtuig vloog brandend verder, voordat het in meerdere delen naar beneden kwam. Veldwachter Haarsma haastte zich naar de vermoedelijke crash locatie aan het Wagenpad kavel 54 op de boerderij van G.B.M. Smit. Kort nadat ze waren aangekomen verschenen er ongeveer 12 Duitse militairen. De verschillende onderdelen van het vliegtuig bleken over een groot gebied verspreid te liggen. Later die nacht werden twee lichamen gevonden van de bemanning bij een deel van de vliegtuigromp door de bezetter. De volgende ochtend meldden diverse boeren uit de omgeving dat op hun land bommen waren gevonden. Onder andere op het land van C.A. Heestermans (kavel K79), bij de weduwe N.V. van Bergen (kavel M55), K. Riepma (kavel 84) en bij J.P.J. Hopmans (kavel K72). De bezetter had ondertussen ook de lichamen gevonden van de drie andere bemanningsleden.


Na de oorlog

Vlak na de oorlog bezocht meneer Trevor Dyer, de vader van Lawrence Dyer, de boerderij van de familie G.B.M. Smit aan het Wagenpad. Meneer Dyer kwam speciaal naar de Wieringermeer om de plek te bezoeken waar zijn zoon Trevor was omgekomen. Meneer G.B.M. Smit heeft de plek aangewezen waar het lichaam van Lawrence was gevonden.

De piloot Donald McFarland was getrouwd en had een zoon van 2 jaar oud. Zijn vrouw Frances was verpleegster, en kon nadat ze weduwe was geworden niet voor haar zoon zorgen. Ze gaf haar zoon ter adoptie af aan een kinderloos stel. De zoon van Donald McFarland kreeg een nieuwe achternaam Allchin. Frances overleed in 1998. De kleinzoon van Donald, Ivor Allchin, kwam op 9 september 2016 voor het eerst de crashlocatie bezoeken van zijn opa. Vooraf bezocht hij het graf van McFarland op de Geallieerde begraafplaats bij Bergen op Zoom. Op de grafsteen van McFarland is de tekst aangebracht “Glad did I live and gladly die. And I laid me down with a will”. Na het bezoek kwamen vader en zoon de crashlocatie aan het Wagenpad in de Wieringermeer bezoeken.


Nawoord

Op het land van de familie Smit heeft Agriport nu zijn kassen gebouwd. Wij mogen het verhaal niet vergeten van deze jonge mannen en hun “Whitley”. Zij, die in onze polder op tragische wijze zijn omgekomen. Deze mannen vochten en sneuvelden voor onze vrijheid. Het verhaal van de bemanning en van de ooggetuigen blijft nu behouden bij het Historische Genootschap Wieringermeer en de Stichting Herdenkingspalen Hollands Kroon.

Mochten er mensen zijn die zich het voorval herinneren of er meer informatie over hebben, dan vragen wij contact op te nemen met de Stichting www.shhk.nl of te mailen met mark@shhk.nl.