Crashinfo_DZ386_NL
ubersetzen

Crash-informatie DZ386 IJsselmeer

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn meer dan 40 verschillende bommenwerpers en jachtvliegtuigen neergestort binnen het grondgebied van gemeente Hollands Kroon. Ook in het IJsselmeer en de Waddenzee zijn vliegtuigen neergekomen. Enkele bemanningsleden bereikten met hun parachute de grond en werden óf opgepakt óf konden vluchten met hulp van het Verzet. De meesten van hen kwamen echter om het leven en keerden niet terug naar familie en geliefden.

Informatie over de herdenkingspaal

Deze herdenkingspaal wordt onthuld op 15 juni 2024

Locatie van de herdenkingspaal

De locatie voor deze herdenkingspaal is nog niet bekend

De bemanning

William P. Shand

Lieutenant

Piloot

27 jaar

Verenigd Koninkrijk

Handley




Verenigd Koninkrijk

Het hele verhaal

BELIEVED TO BE


De locatie

De titel van het verhaal over de Mosquito bommenwerper en zijn omgekomen bemanning suggereert dat er onzekerheden zijn. Deze onzekerheid gaat in dit geval o.a. over de exacte crashlocatie van de Mosquito. Uit de bij ons bekende verhalen kan opgemaakt worden dat het toestel in ieder geval op zwemafstand (verhaal Geert Koekoek) van de Wieringermeerdijk is neergekomen. Of dit net binnen of net buiten de huidige gemeentegrens is, kan niet worden vastgesteld. Wél is zeker dat voor de twee bemanningsleden tot op heden geen herdenkingspaal- of monument geplaatst is, niet in de gemeente Hollands Kroon maar ook niet elders. Stichting Herdenkingspalen Hollands Kroon vindt dat ook bemanningsleden Shand en Handley moeten worden herdacht en plaatst daarom een herdenkingspaal aan de Wieringermeerdijk. De onthulling van deze paal vindt plaats in 2024.


Het verhaal van Shand and Handley

Terug in de tijd. Het is 20 april 1943, Hitlers verjaardag. Een klein aantal Engelse snelle bommenwerpers van het type Mosquito vliegen over Berlijn. De luchtalarmsirenes loeien, de Berlijnse bevolking kijkt angstig omhoog en rent naar de schuilkelders. Een aantal bommen valt verspreid op de hoofdstad van het Derde Duitse Rijk. De twee bemanningsleden Shand en Handley zitten in de krappe cockpit van een snelle Mosquito bommenwerper. De piloot William Peter Shand en de navigator Christopher Dinsdale Handley zijn ervaren bemanningsleden. De commanding officer had bij de instructies eerder op de avond verteld dat deze nachtelijke operatie als doel had om het verjaardagsfeest van Hitler te verstoren.

Shand en Handley vlogen tevreden terug vanuit Berlijn richting Engeland. Helaas zouden beiden die ochtend niet op hun thuisbasis Marham terugkeren en tot groot verdriet van hun familie jarenlang vermist blijven. In het 139 Squadron logboek is over deze laatste missie vermeld dat ze met de Mosquito XD-H serie nummer DZ 386 zijn opgestegen om 22.25 uur met meerdere Mosquito's op weg naar Berlijn voor een afleidingsbombardement. Alles is keurig beschreven en gearchiveerd, alleen geen landingstijd. Dit is de fatale vlucht.


De Mosquito bommenwerper

Het vliegtuig had de bijnaam “houten wonder”. Het lichtgewicht vliegtuig was snel door de twee Merlin motoren, elk met 1735 PK en kon een snelheid halen van max 688 km/uur. De constructie was niet van aluminium maar opgebouwd uit hout en lijm. Het was een zeer betrouwbaar vliegtuig en populair bij de vliegeniers. Er werden ongeveer 7781 exemplaren geproduceerd. De Mosquito bommenwerper was sneller dan de Duitse nachtjagers zoals de Messerschmitt Bf110 of Junkers Ju88 en kon 1800 kilo bommen vervoeren. Door zijn snelheid was het, tot en met april 1943, voor Duitse nachtjagers onmogelijk geweest om een Mosquito vliegtuig neer te halen. Het gaf sommige bemanningen van de Mosquito's een vals veilig gevoel, wat soms leidde tot gemakzucht. Bijvoorbeeld, in plaats van iedere keer via verschillende routes heen en terug te vliegen, kozen sommige bemanningen waarschijnlijk voor de kortste route heen en terug. Ook vlogen ze vaak op dezelfde hoogte, circa 3000-4000 meter, boven het bereik van het lichtkaliber afweergeschut van de Duitsers. Dit patroon was enkele Duitse radarposten en nachtjagerpiloten meteen opgevallen.

 

139 Jamaica Squadron "Si placet necamus" ("We destroy at will")

139 squadron was uitgerust met Mosquito’s. Toevallig heeft de Nederlandse piloot en verzetsstrijder Erik Hazelhoff Roelfzema (bijgenaamd soldaat van Oranje) voor dit squadron gevlogen. Hij heeft bij het squadron het ongelofelijke aantal van 72 Pathfinder- en bombardementmissies op Duitsland gevlogen. Ter vergelijking, het gemiddelde aantal missies dat een bommenwerperbemanning vloog was circa 13 stuks, voordat ze werden neergeschoten of uitvielen. In de zomer van 1943 ging 139 squadron over op nachtelijke overvallen en voegde zich bij de Pathfinder Force. Het doel van de Pathfinders was, vooruitvliegend op de zware bommenwerpers, om Window (dunne stroken aluminiumfolie) te laten vallen. De stroken folie waren bedoeld om de Duitse waarschuwingsradar te verwarren. En ook "spookaanvallen" uit te voeren op andere doelen om vijandelijke nachtjagers af te leiden van het primaire doelwit. Van 20/21 februari tot en met 27/28 maart 1943 voerde dit squadron een serie van 36 opeenvolgende nachtaanvallen uit op Berlijn. Op 2 en 3 mei 1945 waren de laatste missies in oorlogstijd van 139 squadron, een aanval door 14 Mosquito’s op de Duitse havenstad Kiel. Tijdens de oorlog vloog 139 squadron meer dan 4.000 operationele vluchten en liet ongeveer 1.500 ton bommen vallen.


De Duitse tactiek

Verschillende ervaren Duitse nachtjagerpiloten hadden de voorgaande maanden een manier bedacht om een snelle Mosquito bommenwerper neer te halen. In nauwe samenwerking met het grondpeilstation (radar) en de daar aanwezige gevechtsleidingofficier, zou met deze tactiek de nachtjager naar zijn doel gepraat worden. Waarschijnlijk hebben Leutenant (luitenant) Lübke van de radarpost "Eisbär" in Gaasterland (Friesland) en de ervaren en succesvolle nachtjagerpiloot Staffelkapitän (squadron kapitein) Lothar Linke samengewerkt. Linke vloog met de Luftwaffe nachtjager squadron IV/NG1 vanuit Leeuwarden. Er werd als voorbereiding uitgebreid geoefend. Het is een zeer lastige manoeuvre die in een donkere nacht moest worden uitgevoerd. Een steile duikvlucht was noodzakelijk om een hoge snelheid te halen. Er zou maar één kans zijn om de Mosquito te raken. Of deze tactiek ook door Linke is gebruikt om de Mosquito van Shand & Handley neer te halen is niet geheel zeker omdat de gevonden informatie tegenstrijdige data bevat. Misschien is het gegaan zoals hieronder beschreven.


De jacht op de Mosquito

Leutenant Lübke was die nacht gepositioneerd in Gaasterland en zag vaag een stip op het radarscherm verschijnen. Waarschijnlijk was dit één van de Mosquito bommenwerpers, op de terugweg van Berlijn. Via de radio nam Lübke contact op met de nachtjagerpiloot Linke. Linke vloog op grote hoogte boven Oost-Friesland. Precies zoals Linke en hij hadden voorspeld en geoefend, vloog de Mosquito in een rechte lijn en op verwachte hoogte richting het IJsselmeer, grofweg in de lijn Stavoren – Wieringermeerpolder. Zodra de mogelijke route bekend was, begon Linke met zijn Messerschmitt Bf110 een duikvlucht. De snelheid van de nachtjager liep snel op. Vanaf de grond gaf Lübke via de radio nog een aantal kleine koerswijzigingen door aan Linke. De nachtjager kwam van achteren naar beneden, recht op de Mosquito af. Shand en Handley zaten in de cockpit en hebben waarschijnlijk niet achteromgekeken. Nachtjager piloot Linke keek door het vizier van zijn mitrailleurs en haalde de veiligheidspal eraf. De snelheid was hoog en al snel vulde de Mosquito het gehele vizier. Op dat moment haalde Linke de trekker over van de mitrailleurs. De kogels raakten de Mosquito, die meteen wegdook. De nachtjager werd door Linke met moeite uit de duikvlucht opgetrokken. Linke meldde over de radio het behaalde resultaat aan Lübke om circa 02.07 uur. Het was Linke en Lübke waarschijnlijk als eerste gelukt om een Mosquito bommenwerper 's nachts neer te schieten. Na enige tijd werd bevestigd dat er in het IJsselmeer, bij de Wieringermeerdijk en circa 500 meter ten zuiden van de T-splitsing Schervenweg - Zuiderdijkweg een Engels vliegtuig was neergestort. De bemanningsleden waren niet gevonden.

 

Nachtjagerpiloot Staffelkapitän Lothar Linke

Lothar Linke werd geboren op 23 oktober 1909 te Liegnitz in de deelstaat Silezië, nu Legnica in Polen. Voor de oorlog was hij vlieginstructeur. Zijn eerste overwinning was op 19 april 1940. In de nacht van 4 op 5 mei 1943 schoot hij vier RAF-bommenwerpers neer. Het is niet precies bekend of hij motorstoring had, of dat Linke zelf werd neergeschoten in de nacht van 13 op 14 mei 1943, na het neerhalen van een tweede Lancaster. Hij vloog in een Messerschmitt Bf110 G-4 en werd mogelijk geraakt door de boorschutter(s) van deze laatste Lancaster. Hij en zijn radio /radar operator Walter Czybulka sprongen uit de aangeschoten nachtjager, maar Linke klapte tegen het staartvlak van de Messerschmitt. Hij raakte waarschijnlijk bewusteloos, waardoor hij de parachute niet opentrok en viel daardoor te pletter in de omgeving van Tacozijl, vlakbij Lemmer. Hij werd op de Noorderbegraafplaats in Leeuwarden begraven en na de oorlog op de Duitse begraafplaats in Ysselstyn herbegraven. Czybulka raakte gewond en overleefde de nachtelijk parachutesprong, hij overleed uiteindelijk op hoge leeftijd in 2007. De tot Oberleutnant (luitenant) gepromoveerde Lothar Linke werd 33 jaar en kreeg postuum de Ritterkreuz (hoge Nazi onderscheiding, het Ridderkruis) toegekend op 19 september 1943. Oberleutnant Lothar Linke schoot 27 vliegtuigen neer in meer dan 100 missies. Hij registreerde 24 overwinningen 's nachts, waaronder 12 viermotorige bommenwerpers en één Mosquito.


Neergeschoten

Wat gebeurde er met Shand en Handley? Het precieze verhaal zal helaas altijd onbekend blijven, zoals wij al bij de inleiding vermeldden. Mogelijk zijn beiden, nadat de Mosquito was geraakt, er met de parachute uitgesprongen boven het IJsselmeer. Beiden droegen hun reddingsvest, door zijn vorm bijgenaamd Mae West, en bleven drijven op het water. De Mosquito is misschien enige tijd brandend doorgevlogen tot nabij de Wieringermeerdijk, waar het vliegtuig neerstortte in het koude IJsselmeerwater. In het rapport van de Luchtbeschermingsdienst Wieringermeer (LDW), opgemaakt door Van Zijll-Langhout is het voorval van die nacht beschreven. Meneer J. Zijlstra, ook van de LDW, stond op de kerktoren van de Gereformeerde kerk in Wieringerwerf op de uitkijk en zag een vliegtuig neerkomen en meldde dit via de telefoon aan Van Zijll.

Van Zijll rapporteert daarna dat op 21 april om 02.30 uur aan het einde van de Schervenweg vermoedelijk een vliegtuig is neergestort. Samen met meneer Haarsma van de marechaussee is hij met de gemeenteauto naar de aangegeven plaats gereden. Daar aangekomen werd ze door Duitse militairen medegedeeld dat het vliegtuig ten zuiden van de Schervenweg brandend in het IJsselmeer was gestort, vermoedelijk na een luchtgevecht. Vanuit Middenmeer waren Duitse militairen eerder aangekomen en hadden “ca. 500 meter ten zuiden van den Schervenweg, aangespoelde deelen van een vliegtuig gevonden”. Op de aangespoelde tanks stonden opschriften in het Engels. Het type vliegtuig kon niet worden vastgesteld. Van de bemanning vonden zij geen spoor. Verdere maatregelen waren niet nodig omdat de Duitse militairen aanwezig waren en Van Zijll en Haarsma keerden terug naar huis.

In 2016 vertelde meneer Geert Koekoek dat hij en zijn vrienden enkele dagen na de crash vanaf de Wieringermeerdijk vliegtuigwrakstukken in het water hadden zien liggen. Onder andere een vliegtuigwiel was zichtbaar.  Een van zijn vrienden is toen naar het wiel gezwommen en heeft er stukken rubber van afgesneden. De rubber stukken werden gebruikt als schoenzool.

 

De connectie met Makkum

Op de Protestante begraafplaats Makkum zijn de twee Engelse vliegeniers begraven. Maar hoe komen de lichamen daar in Makkum, terwijl de Mosquito vlak bij de IJsselmeerdijk van de Wieringermeer is neergekomen? In de papieren van de gemeente Makkum wordt gemeld dat beide lichamen werden gevonden op 11 mei 1943. De vermelde vindplaats is "Kornwerderzand in het IJsselmeer". Ze zijn begraven op 12 mei 1943 te Makkum.

Er is in 1943, betreft het aantreffen van de lichamen, geen beschrijving gemaakt van waar precies deze bij de Friese dijk bij Makkum zijn gevonden.

Er zijn daarom verschillende opties.

- Drijvend, dit gebeurde vaker in de oorlog, opgepikt door een vissersboot uit Makkum.

- Aangespoeld aan IJsselmeerzijde van de Friese dijk.

Er staat niet vermeld “Afsluitdijk”, maar er staat vermeld "in IJsselmeer gevonden".

De plaatsaanduiding "Kornwerderzand" is heel breed op te vatten. In andere Makkumer archiefstukken over gevonden vliegeniers, wordt soms de naam "Breezanddijk" gebruikt als locatie Afsluitdijk. Hier zijn verschillende interpretaties mogelijk zoals tussen Breezanddijk en Kornwerderzand, of nabij Kornwerderzand, in het IJsselmeer, of tussen Kornwerderzand en de (Friese) Kop Afsluitdijk, ook in het IJsselmeer. Oftewel voldoende opties die het lastig maken de precieze locatie te bepalen waar de lichamen zijn gevonden.

 

Beide lichamen hebben in het water gelegen, ongeveer 20 dagen schat men in. Uit onderzoek is gebleken dat een lichaam normaliter na circa 8 dagen (mede afhankelijk van de temperatuur van het water) komt boven drijven (gasvorming in darmen). De lichamen hebben 12 dagen aan de oppervlakte gedreven, met de stroom mee. Het kan ook zijn dat ze even zijn “vastgehouden” door een vissersnet langs de Afsluitdijk.

 

Onbekende vliegeniers krijgen een naam

De IJsselmeerstroming is in de richting van Kornwerderzand en kan de lichamen hebben meegevoerd naar de overkant. Bijvoorbeeld door het aantrekken van IJsselmeerwater dat naar buiten stroomde door de spuisluizen bij Kornwerderzand. Ook is er overwegend westenwind, dus van Noord-Holland in de richting van Friesland, die misschien vat heeft gekregen op de drijvende lichamen.

Het water was waarschijnlijk koud en de kleding was nog intact. Het ene lichaam droeg een polshorloge, met een nummer erin gegraveerd. De inscriptie is bekend en staat op het gemeentelijk formulier (uit archief Makkum): AM  6B / 234   19259 / 40

De beide lichamen zijn als “onbekend” begraven op de Prostestante begraafplaats Makkum op 12 mei 1943.

Het grafschrift “onbekend” is tot na de oorlog zo gebleven, hetgeen meneer Klaas Groeneveld uit Makkum kan afleiden aan reeksen van rij-letters en grafnummers van het kerkhof te Makkum. Meneer Groeneveld is zeer betrokken bij de jaarlijkse dodenherdenking in Makkum en heeft ons enorm geholpen met dit onderzoek.

Na de oorlog hebben de Geallieerden navraag gedaan bij alle gemeenten in Nederland naar (on)bekende graven. Als opgave van gemeente Wonseradeel aan de officiële buitenlandse instanties is er gemeld dat in de beide graven onbekenden lagen begraven.

In 1948 is de naam van C.D. Handley (navigator) op de grafsteen gekomen, kennelijk naar aanleiding van de bovengenoemde inscriptie in het polshorloge. Piloot Shand bleef als vermist geregistreerd.

 

Wing Commander W.P. Shand

De naam van de navigator Handley is vermeld op de grafsteen in Makkum. De andere grafsteen met de onbekende soldaat is waarschijnlijk van William P. Shand. Hij was piloot en ook Wing Commander (luitenant-kolonel) en werd 27 jaar.

Veel inspanningen zijn er gedaan door de Makkumer amateurhistoricus, meneer Jentsje Hoeksema. Hij was kapper in Makkum en heeft zich jaren ingezet bij de herdenkingen van de oorlog. Hoeksema was zeer betrokken en geïnteresseerd in de luchtoorlog boven Makkum. Tijdens het knippen van zijn klanten in de jaren na de oorlog werden herinneringen en verhalen uitgewisseld en bleef de oorlog voortleven.

De politieman die de lichamen in 1943 had gevonden (...), had hun lengte, ogen en haarkleur vastgelegd. In 1980 kwam er een doorbraak toen meneer Hoeksema deze gegevens naar de Britse Commonwealth War Graves Foundation (CWGC) had gestuurd. Hij wees erop dat beide lichamen op hetzelfde moment en op dezelfde plaats gevonden waren en dat daarom de andere man, de piloot van Handley moest zijn: William P. Shand. De CWGC stemde in en uiteindelijk in 1981 werd de grafsteen van de onbekende vliegenier veranderd in die van William P. Shand met de opmerking “believed to be”.

Eindelijk, na zoveel jaar, had de familie Shand een plek waar William kon worden bezocht en herinnerd.


Nawoord

Mocht u naar aanleiding van dit verhaal van Shand en Handley nog informatie hebben en met ons willen delen, wilt u dan contact opnemen met markhakvoort14@gmail.com